dinsdag 21 december 2010

zondag 19 december 2010

Yan spreekt (2)

[december 2010]
Op een ochtend in het weekend wordt Yan wakker en wil hij, zoals nog gebruikelijk, door een van zijn ouders worden overgeheveld naar het ouderlijk bed. Zijn ouders willen echter nog wat langer blijven liggen en roepen naar zijn slaapkamer dat ze hem straks ophalen. Hij vraagt: "Hoeveel uur is straks?". Op het antwoord 'straks is zo', reageert hij met: "Ik wil dat het straks is."

Yan weet dat voedsel in zijn buikje belandt. Als zijn moeder hem erop wijst dat een kennis een baby in de buik heeft, vraagt hij: "Heeft Polly dan een baby ingeslikt?"

dinsdag 30 november 2010

Yan spreekt (1)

[zomer 2010]
Als wij het over meisjesnamen hebben en de naam Jan-tien valt, merkt Yan op: "Neehee, ik ben tweehee."

[eind augustus 2010]
Bij het praten over onze bruiloft, drie jaar voor zijn geboorte, vragen we Yan waar hij dan was. Waarop hij antwoordt: "Ik was er niet, ik was he-le-maal alleen."

[september 2010]
Yan is eerder deze zomer met moeder en oma Puma op vakantie geweest, nu fietst hij met beide ouders door Zuid-Spanje, voorop bij zijn vader. Met een plagerig stemmetje zegt hij tegen hem: "Wat jammer hè, dat ik met jou op vakantie moet, en niet met oma." (Als vader terugplaagt met 'zal ik dan maar weggaan?' moet hij hartstochtelijk huilen.)

Als zijn moeder hem opjut met 'Kom op, meneertje Koekepeertje', riposteert Yan met: "Neehee, het is meneertje Pannekoekepeertje."

[november 2010]
Yan wordt voor het slapen gaan graag voorgelezen uit 'Anton kan toveren' en imiteert dan vingerbewegingen en toverspreuk van de hoofdpersoon. Als hij zijn speelgoed in de woonkamer moet opruimen, speelt hij luchtpiano met zijn vingertjes onderwijl sprekend: "Hocus pocus pilatus pas, ik wou dat de rommel weg was!"

Voordat we naar zijn grootouders in Boxtel afreizen, waar twee Thaise monnikenbustes op het dressoir prijken die de net driejarige angst inboezemen, verzekert Yan opa aan de telefoon: "Ik ben he-le-maal niet bang voor de monniken (en met stemverheffing) want ik ben drie jaar!"

Oma Puma vertelt Yan aan de telefoon dat ze zo graag bij hem zou willen zijn. Als de wederkerige wens uitblijft, zegt oma dan maar zelf met een klein stemmetje 'En wat zou ik graag bij oma zijn'. Waarop Yan vraagt: "Maar oma, jij bent toch al bij jezelf?"

"Is opa oud?", vraagt Yan over opa Jansen. Op het bevestigende antwoord luidt de vervolgvraag: "Wordt opa bij-na dood?"

Tijdens een van de eerste keren dat Yan naar de voorschool gaat, moet hem er nog eens op worden gewezen dat hij zijn schoenen voor zijn sloffen moet verruilen. Waarop hij de gelaarsde juf voor de voeten werpt: "Maar jij hebt toch ook geen sloffen aan?"

Zijn ouders trachten Yan's neiging het beleg van zijn boterhammen met worst te eten de kop in te drukken. Als zijn moeder oma Puma, waar hij logeert, aan de lijn heeft, hoort zij hem op de achtergrond zeggen: "Kijk eens oma, het brood glijdt van mijn worst."

De stad is in Sinterklaassferen gehuld als Yan voorop de fiets langs de speelgoedwinkel rijdt en roept: "Dat is niet Intertoys, dat is Sintertoys!"

Yan wijst in bad op zijn poepgat en duidt die aan met 'billekeel'.

maandag 21 december 2009

zondag 21 december 2008

vrijdag 21 december 2007

Wens (1)


KINDEKE YAN WENST JE PRETTIGE KERSTDAGEN
EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR
- OOK NAMENS Z’N OUDERS -

zaterdag 8 december 2007

Mijn moment van 2007 (voor het personeelsblaadje)

Op 8 januari van dit jaar fietsen mijn vrouw Irma en ik Saigon uit. Voor we de stad verlaten brengen we een bezoekje aan de pagode van de Jade-Keizer, een van de belangrijkste taoïstische goden. Een middelgrote tempel, wat viezig maar kleurrijk, in halfschemer en wierook gehuld, een eeuw geleden gebouwd door Chinese taoïsten, later evenzeer geliefd door boeddhisten en confucianisten.

Voor de tempel is een door bomen overschaduwd hofje, naast de ingang een vijvertje met schildpadjes waarvan sommige schildjes beschreven zijn met witte verf. Binnen staat het vol met beelden. Halverwege de tempel twee woest uitziende figuren, vier meter hoge generaals die een tijger en een draak hebben overwonnen. Tegen de achterwand zit op een lotusbloem de veelarmige Moedergodin van het boeddhisme. En daarnaast, in het midden, het beeld van de Jade-Keizer zelf. In de pagode zijn ook de woonvertrekken van het tempelpersoneel gehuisvest, met donkere gangetjes waar een mannetje rondscharrelt dat zijn overtollig speeksel met veel lawaai hier en daar in een hoek rochelt.


Irma’s aandacht gaat uit naar een zijvertrek waar de Vruchtbaarheidskoningin zetelt.


Vlak voor de fietsvakantie heb ik na bijna een jaar nadenken ingestemd met haar plots opgekomen late kinderwens. Nu ziet zij haar kans schoon. Bij de roodgeverfde houten balie koopt zij met gretige ogen een roodpapieren zakje met zwavelgele wierookstokjes. Voor de Vruchtbaarheidskoningin met haar felgekleurde pauwvormige hoofddeksel en manteltje van roze zijde met daarover een doorzichtig geel capeje staat een met zand gevuld stenen bakje waarin Irma haar wierookstokjes aansteekt, eentje voor een zoon, eentje voor een dochter.


Ruim negen maanden later wordt onze zoon Yan geboren.